Het verhaal over de 'Godfather' van de slavenhandel
Synopsis:
“In 1685 gaat de steenrijke Amsterdamse koopman Balthasar Coymans de strijd aan om het alleenrecht op de verkoop van slaven aan de Spaanse koloniën. Tegengewerkt door nietsontziende concurrenten en de Spaanse Inquisitie moet hij alles uit de kast halen om de grootste slavenhandelaar ter wereld te worden. We volgen de opkomst en ondergang van Coymans, die jarenlang zijn imperium bestierde vanuit het Spaanse Cadíz. Onder zijn leiding worden tussen 1684 en 1686 zo'n 16.000 zwarte slaven door de West-Indische Compagnie vanuit West-Afrika naar het Caraïbisch gebied getransporteerd.
Curaçao is het centrum van deze deplorabele handel; slaven uit West-Afrika worden door Hollandse schepen aangevoerd en door Spanjaarden opgekocht voor hun plantages en zilvermijnen in Zuid-Amerika. De machtsstrijd van Coymans heeft echter grote gevolgen: oude verdragen vervallen, waardoor de slavenvoorraad op Curaçao zich opstapelt. De Hollanders in Willemstad zijn echter niet voor één gat te vangen: als ze niet legaal kunnen handelen, dan zijn ze niet te beroerd om clandestien hun zaken te doen."
Cádiz, olieverfschilderij door James Webb (1835-1895). De belangrijke Spaanse havenstad was de thuisbasis van Balthasar Coymans, die in 1685 het Asiento verwierf. Een groot deel van het boek speelt zich hier af.
"Het transport vanuit Curaçao naar Spaans Amerika is echter niet zonder gevaar: Engelse en Franse kapers liggen op de loer. Het veel te zwaar beladen WIC-schip de Christina ontsnapt slechts op het nippertje aan de aanval van een Franse piraat. In het Panamese Porto Bello worden uiteindelijk zeshonderd slaven afgeleverd. We volgen sergeant Thymen Sepiers en korporaal Oranje als ze noodgedwongen het zilver, dat voor de slaven is betaald, in een helse tocht over land van Porto Bello naar Coro (Venezuela) vervoeren."
Een verhaal over politiek, corruptie, hebzucht, bruut geweld en volgestouwde schepen.
De haveningang van Willemstad met het Gouvernementspaleis (1858), olieverfschilderij door P. Crebassol.
De basis van het boek wordt gevormd door een bundeling van historische correspondentie die betrekking heeft op het ‘Coymans-asiento’, in 1689 verzameld door de Nederlander Pedro van Belle onder de lange titel: ‘Pertinent en waarachtig verhaal van alle de handelingen en directie van Pedro van Belle, ontrent den slavenhandel, ofte, het Asiento de Negros, eerst door D. Juan Barosso y Posso, bij zijn overlijden door D. Nicolas Porcio, en daarna door Balthasar Coymans met den Koning van Spangien aangegaan.’
Ongetwijfeld om zich te wapenen tegen civiel- en strafrechtelijke vervolging heeft Van Belle de contracten, notariële akten en daaropvolgende briefwisselingen tussen allerhande betrokken partijen vanaf 1679 tot en met 1688 nauwgezet bewaard. Het geeft een goed beeld van de details en voorwaarden, maar ook van de ruzies, verdachtmakingen, inhaligheid, corruptie en immoraliteit die kenmerkend waren voor de trans-Atlantische slavenhandel.
Twee fragmenten uit het dossier van Pedro van Belle, met rechts de overeenkomst tussen Balthasar Coymans en de koning van Spanje.
Historische karakters die een rol spelen in Asiento
Balthasar Coymans
Balthasar Coymans werd op 14 januari 1652 geboren in Amsterdam als telg van een van de rijkste koopmansfamilies van de Republiek. Rond 1673 verhuisde hij als vertegenwoordiger van de firma Coymans naar de Spaanse havenstad Cádiz, als onderaannemer van slavenleveranties aan de Spaanse koloniën. Op 23 februari 1685 benoemde de Spaanse kroon hem tot asientista, waardoor hij het alleenrecht op de leveringen kreeg (Asiento de Negros). Hij heeft hier niet lang van kunnen profiteren, want hij stierf op 8 november 1686 in zijn huis in Cádiz. De doodsoorzaak is onbekend. Op 21 december 1686 werd hij in de Westerkerk te Amsterdam begraven.
Jan Claaszoon Claver
Jan Claaszoon Claver staat vermeld als schipper van de slavenhaler Christina, die op 27 november 1684 vanuit Amsterdam via de Slavenkust (West-Afrika) naar Curaçao voer. In het Historisch Archief van Amsterdam bevindt zich een ‘Machtiging tot ontvangst van genoten gage’ op zijn naam, afgegeven op 4 januari 1686 in Curaçao. Voorafgaand aan die reis leidde Claver nóg een slaventransport, en wel met het schip Henricus via Cabo Verde (Goree) naar Suriname, uitgereed op 17 december 1680.
Jan Coymans
Jan Coymans (1645-1703) was de oudere broer van Balthasar, feitelijk de ‘Godfather’ van het Coymans-imperium. Hij was tegelijkertijd bankier, schepen van Amsterdam, voorzitter van het College van de Levantse Handel, kerkmeester van de Zuiderkerk en kapitein van de Amsterdamse Schutterij. Samen met zijn jongste broer Jozef (1656-1720) en hun beider gezinnen bewoonde hij het kapitale Coymanshuis op keizersgracht 177, tegenover de Westerkerk.
Carlos II van Spanje
Karel II (of, in het Spaans: Carlos II) was koning van Spanje van 1665 (hij was toen vier jaar oud) tot aan zijn dood in 1700. Hij was de enige overlevende zoon uit het huwelijk van Filips IV met zijn tweede vrouw Maria Anna van Oostenrijk. Vanaf de geboorte was Carlos een zwak, ziek kind, bij wie de klassieke Habsburgse fysionomie – de uitstekende onderkaak en langwerpige schedelvorm – als gevolg van eeuwenlange inteelt (zijn moeder was ook zijn nicht) bijzonder opvallend was. Hij leerde pas spreken toen hij vier en lopen toen hij acht was. Door zijn fysiek kreeg hij de bijnaam el Hechizado (‘de behekste’). Hierdoor liet hij zich vrijwel nooit in het openbaar zien. Omdat hij nauwelijks in staat was te regeren werd hij de speelbal van diverse machtige figuren aan het hof, onder wie zijn moeder en de Inquisitie. Hij bleek niet in staat kinderen te verwekken, waardoor hij de laatste Habsburgse koning van Spanje was.
Louis de Cerdeño y Monzon
Louis de Cerdeño y Monzon (1629-1697): Spaanse edelman uit Madrid. Na een studie advocatuur en diverse functies als aanklager, procureur en fiscaal raadgever werd hij in 1679 lid van de Raad van Indië. Hij was ridder van de orde van Sint Jacobus, ridder in de orde van Santiago, hoge rechter van het Asiento (Juez Superintendente de Asientos) en lid van het bestuur van de Casa de Indias. In maart 1688, mogelijk als gevolg van zijn samenwerking met Coymans, werd hij van zijn functie in de Casa ontheven, hoewel hem dat niet belette zijn carrière voort te zetten: vanaf 1695 had hij nog zitting in de Oorlogsraad van Spaans Indië (Junta de Guerra de Indias).
Nicolas Porcio
Italiaanse koopman uit Crema (Lombardije) die in 1680 het Asiento de Negros verwierf. Aanvankelijk werkte hij in goede verstandhouding samen met de firma Coymans, die al sinds 1669 op basis van subcontracten via de WIC slaven leverde aan de Spaanse koloniën. Porcio bleek echter financieel onbetrouwbaar, waardoor Coymans in 1682 door de Spaanse kroon werd aangesteld als diens administrateur/curator. In 1683 werd Porcio in Cartagena gearresteerd wegens fraude en smokkelpraktijken. Bovendien kon hij niet aan zijn verplichtingen voldoen. Hoewel gerehabiliteerd door het gouvernementeel tribunaal in Panama kon hij niet voorkomen dat Coymans in 1685 het Asiento van hem overnam. Dit leidde tot een verbitterde strijd. Porcio voerde een lastercampagne tegen de calvinistische Nederlanders en dat vond in het door de Inquisitie gecontroleerde Spanje gehoor. Het Asiento werd na de dood van Coymans na veel gesoebat opnieuw aan hem toegewezen.